Veel gestelde vragen

Van veel leer- en gedragsproblemen is bekend dat dit gepaard gaat met afwijkingen in de hersenactiviteit. Wanneer de hersenen bijvoorbeeld te snel of juist te langzaam werken, heeft dat gevolgen op het gedrag, de informatieverwerking en hoe we ons voelen.

Met behulp van neurofeedbacktherapie kan de verstoorde hersenactiviteit genormaliseerd worden.

Hiermee kan, bijvoorbeeld in het geval van ADHD, een alternatief of aanvulling geboden worden voor het gebruik van medicatie.

Met neurofeedbacktherapie kunnen kinderen en volwassenen met de volgende diagnoses en klachten worden behandeld.

De essentie van de neurofeedback is het trainen van de hersenen. Daarom is neurofeedback is ook zeer geschikt voor mensen zonder klachten maar die hun vaardigheden en prestaties willen verbeteren. Dat zijn bijvoorbeeld sporters, studenten of zakenmensen.

Voor een behandeling bij Breinblinker is een gestelde diagnose niet nodig. Ervaar je concentratieproblemen, maar zijn deze problemen niet dermate ernstig dat er sprake is van ADHD? Of heb je liever geen diagnose? Dat is geen probleem. Wij inventariseren tijdens de intake vooral de klachten die jij of jouw kind ervaart. Op basis van een hersenmeting onderzoeken wij vervolgens of deze klachten terug te zien zijn in de hersenactiviteit.

Neurofeedback heeft geen bijwerkingen. Het kan wel voorkomen dat je wat vermoeid bent na een training. Dit heeft te maken met de inspanning die je levert wanneer je moet concentreren op de training.

Dat ligt eraan welke medicatie je gebruikt. Van veel medicijnen is het effect op het EEG bekend. Belangrijk is om met het gebruik van medicatie met de therapeut van Breinblinker te bespreken. We zorgen altijd dat we met het effect van de medicatie mee trainen en niet tegen de werking in trainen.

Er wordt absoluut geen stroom toegediend. De elektroden die op het hoofd worden geplakt, meten alleen de activiteit in het brein.

Meestal zijn er gemiddeld 30 sessies nodig. Het aantal benodigde sessies is onder andere afhankelijk van de ernst en duur van de klachten, de levensstijl en de huidige levensomstandigheden. We beginnen met één of twee keer per week trainen. Meestal worden binnen 10 á 15 sessies al verbeteringen gemerkt. Voor het verder automatiseren van de behandeleffecten is er op het eind een afbouwfase. Dan trainen we niet meer wekelijks, maar gaan we tweewekelijks, driewekelijks en maandelijks trainen.