Persoonlijke benadering
Wetenschappelijk
Kwaliteit
Onderzoek
Bij ADD wordt er geen hyperactiviteit en impulsiviteit gezien zoals bij ADHD. Er is vooral sprake van onoplettendheid, oftewel aandachtsproblemen. Mensen met ADD maken vaak een rustige, dromerige en trage indruk. Hun hoofd is het echter wel druk en raakt snel vol. Zij hebben moeite met het filteren van externe prikkels, zijn vergeetachtig, raken dingen kwijt en hebben moeite met het opvolgen van instructies en het organiseren van hun bezigheden.
Bij ADD is de activiteit van de hersenen vertraagd, wat zich bijvoorbeeld kan uiten in concentratieproblemen, en problemen met effectief leren en de executieve functies.
Wanneer uit de hersenmeting is gebleken dat er inderdaad sprake is van veel trage hersenactiviteit kan gestart worden met neurofeedbacktherapie. Kinderen met ADD kunnen tijdens de neurofeedbackbehandelingen vaak goed hun aandacht bij de films houden, dat is immers heel anders dan de aandacht bij schooltaken houden. Door het werken met een beloningssysteem wordt hun motivatie voor de behandeling nog eens extra versterkt.
Aangezien de hersenen een trainingsproces moeten ondergaan, zijn er meerdere sessies nodig voordat de effecten merkbaar zijn. Voor een blijvend resultaat in de hersenactiviteit is het vervolgens nodig om frequent en voor langere tijd te behandelen (zie behandeltraject).
Door met neurofeedback de hersenen actiever te maken wordt de informatieverwerking vlotter waardoor het makkelijker is om aandachtig te zijn en tot leren te komen. Kinderen zitten lekkerder in hun vel, omdat zij meer rust ervaren in hun hoofd. De wereld om hun heen wordt overzichtelijker. De buitenwereld merkt vaak dat het kind meer aanwezig is, vlotter reageert en zichzelf makkelijker tot uiting kan brengen. Doordat hun hoofd minder vol raakt, is het ook makkelijker om ’s avonds in slaap te kunnen vallen.